Na geruime tijd verstoken te zijn geweest van orgelactiviteiten, willen we als bestuur van de KVOK afdeling Drenthe weer voorzichtig starten met een orgelexcursie.

We hebben ervoor gekozen om op 16 oktober a.s. het orgel van de Gereformeerde Kerk (Singelkerk) te bezoeken. Er zal ook gelegenheid zijn om elkaar te ontmoeten en te spreken.

De faciliteiten bij de Gereformeerde Kerk in Coevorden zijn dusdanig dat er ruime afstand tot elkaar kan worden gehouden. Ook bij het orgel is voldoende ruimte om een verantwoorde fysieke afstand tot elkaar in acht te kunnen nemen.

De aanvang van excursie op 16 oktober is 14.00 uur. We drinken eerst een kopje koffie in één van de zalen bij de kerk aan de Van Heutszsingel 21 in Coevorden.

Vervolgens gaan we een bezoek brengen aan het orgel in deze kerk.

 Informatie over het orgel Gereformeerde Kerk Coevorden:

Martin Vermeulen bouwde in 1912 een nieuw orgel voor de Gereformeerde Kerk van Coevoerden, waar op dat moment een orgel stond van Jan Proper uit ca. 1890. Vermoedelijk was het orgel gemaakt met behulp van onderdelen van oudere orgels. In 1914 is het in gebruik genomen. Het had toen twee vrije manualen en aangehangen pedaal en 13 stemmen. In 1940 repareerde Valck & Van Kouteren het instrument, waarbij tevens een vrij pedaal werd gemaakt door een tweetal transmissies (Subbas 16′ en Octaafbas 8′). Er werd ook een Sesquialter op het bovenmanuaal geplaatst. Tenslotte is de windvoorziening geëlectrificeerd. Begin jaren vijftig breidde Reil het orgel nog verder uit. Er werd een Terts geplaatst in plaats van de Voix Celeste, en op een pneumatische hulplade plaatste hij de registers Quintadena 8′, Roerfluit 4′, Nasard 2 2/3′ en Woudfluit 2′. Ook werd de samenstelling van de Mixtuur aangepast.

In 1961 maakte G.A.C. de Graaf een noodorgeltje van de pneumatische lade van Reil, met daarop een 8′, 4′, 2′ en de Mixtuur. Dit orgeltje is later verhuisd naar de paters Kapucijnen in IJmuiden en weer later, na een verbouwing door Jos. Vermeulen, naar de paters Kapucijnen in Tilburg. G.A.C. de Graaf voerde een grondige verbouwing uit. Hij maakte een rugpositief, verwijderde het bovenwerk en bouwde een echt vrij pedaal. Het instrument kreeg nu 20 stemmen. De tractuur werd geheel mechanisch gemaakt en er werd een koppelklavier aangelegd. Door gebrek aan geld bleef het hoofdwerk ongewijzigd. Op 20 mei 1961 is het instrument in gebruik genomen met een bespeling door Willem Hendrik Zwart uit Kampen, adviseur tijdens de restauratie en ombouw. In 1967 bleek het orgel niet geheel te voldoen. Het vertoonde gebreken, maar er kon op dat moment niet veel aan gedaan worden. In 1986 werd het instrument onderzocht, en het bleek in slechte staat van onderhoud te verkeren. Uiteindelijk kreeg in 1989 Mense Ruiter de opdracht het instrument te repareren en geheel na te kijken. In 1993 startte de restauratie, die uiteindelijk in 1994 gereed kwam. Op 15 juli 1994 werd het orgel weer in gebruik genomen. Op het hoofdwerk plaatste Mense Ruiter een Trompet 8′ van Bakker & Timmenga uit 1913, afkomstig uit Metslawier.

In 2020 is groot onderhoud door Hendriksen & Reitsma uitgevoerd.  Adviseur hierbij was Stef Tuinstra.
De volgende werkzaamheden werden uitgevoerd:
-Pedaal: Pijpwerk verwijderd, lade schoongemaakt, stiften in windlade vervangen, mechaniek en slepen afgeregeld, pijpwerk schoongemaakt, intonatie nagelopen
-Hoofdwerk: beweegbare bodem onder de lade verwijderd, fundamentbalk en ventielbak hersteld, pijpwerk verwijderd, lade schoongemaakt, mechaniek en slepen afgeregeld, pijpwerk schoongemaakt, trompet voorzien van rugstukken, intonatie nagelopen.
-Rugwerk: lade geheel gerestaureerd, nieuwe dammetjes en slepen, pijpwerk schoongemaakt, mechaniek goed afgeregeld, intonatie aangepast.
In de oude situatie beschikte het orgel over 3 balgen, voor ieder werk één.
Het pedaal heeft in 1994 een nieuwe balg gekregen, dit is zo gebleven.
Het hoofdwerk en het rugwerk hebben nu één nieuwe balg. Deze balg is in de hoofdkast geplaatst.
De windkanalen zijn vervangen door kanalen gemaakt van grenenhout.
Het hoofdwerk en het rugwerk hebben nu beide een pneumatische tremulant i.p.v. elektrische tremulanten. Verder is het gehele orgel gestemd.

Dispositie:
Hoofdwerk: Bourdon 16′, Prestant 8′, Holpijp 8′, Octaaf 4′, Fluit 4′, Nasard 2 2/3′, Gemshoorn 2′ – 1952/1961, Mixtuur III-IV sterk, Trompet 8′ – 1913 – Bakker & Timmenga, Tremulant.
Rugwerk: Quintadeen 8′, Holpijp 8′, Prestant 4′, Roerfluit 4′, Octaaf 2′, Tertiaan I-II sterk – 1913/1961, Scherp IV sterk – 1961, Dulciaan 8′ – 1961, Tremulant.
Pedaal: Subbas 16′, Baarpijp 8′ – 1961/1994, Octaaf 4′ – 1994, Fagot 16′ – 1961, Schalmei 4′ – 1961.
Koppelingen: Hoofdwerk – Rugwerk (via een koppelklavier), Pedaal – Hoofdwerk, Pedaal – Rugwerk.

Meer detailinformatie op: https://www.orgelsindrenthe.nl/nederlands/coev01.html

Leo Ridderbos Secretaris KVOK Drenthe