10.00 uur: Bezoek aan het orgel van de Petrus en Pauluskerk te Loppersum.
Kerkpad 1, 9919 HG Loppersum.
Eerst zullen we in de gelegenheid zijn om een kopje koffie drinken.
De kerk van Loppersum is de grootste dorpskerk in de provincie Groningen. In 1562 werd een orgel gebouwd door een onbekende bouwer. Er zijn echter aanwijzingen die duiden op Andreas de Mare als bouwer.
Hinsz verbouwde het hoofdwerk in 1735, terwijl Freytag in 1803 een nieuw rugwerk maakte. Hierna werd het instrument op 1 januari 1804 weer in gebruik genomen.
Er werd in de negentiende eeuw niets aan de dispositie gewijzigd. Het onderhoud was lange tijd in handen van Freytag, en daarna van Van Oeckelen. Van Oeckelen repareerde het orgel meerdere
keren en verbeterde onder andere de windvoorziening. Hij plaatste in 1864 een Viola di Gamba op het rugwerk in plaats van de Scherp. In 1884 kreeg Jan Doornbos het onderhoud in handen.
Pas in 1929 werd besloten het instrument te laten verbouwen. Jan Doornbos voerde de werkzaamheden uit. Hij verwijderde de Vox Humana van het hoofdwerk, maakte een nieuwe Trompet 8′ en plaatste een Vox Celeste op een pneumatische lade.
In 1963-1965 is het orgel gerestaureerd door Van Vulpen. De windlade van het hoofdwerk is van Hinsz, die van het rugwerk van Freytag. Bij de restauratie is men niet uitgegaan van de situatie uit 1803, maar van vóór Hinsz. Hierdoor is het orgel moeilijk bespeelbaar geworden, door een (te) krappe ruime tussen klaviatuur en rugwerk. De dispositie van Joachim Hess werd wel als uitgangspunt voor het Hoofdwerk genomen. Adviseur bij de werkzaamheden was Cor Edskes. Op 1 maart 1965 werd het orgel weer in gebruik genomen.
In 2019 is het orgel gerestaureerd door de firma Bakker & Timmenga, met name om schade als gevolg van aardbevingen te herstellen. Ook zijn veranderingen aan het orgelbalkon uit de jaren vijftig van de
twintigste eeuw teruggedraaid. Op 27 september 2019 is het orgel weer in gebruik genomen.
Dispositie
Hoofdwerk: Quintadeen 16′, Prestant 8′, Fluit Does 8′, Octaaf 4′, Speelfluit 4′, Quintfluit 3′, Octaaf 2′, Mixtuur IV-VI sterk (B/D) – 1735, Sesquialter II sterk, Fagot 16′ (B/D) – 1735, Trompet 8′ – 1965, Vox Humana 8′ – 1965.
Rugwerk: Roerfluit 8′ – 1803, Prestant 4′ – 1803, Gedekte Fluit 4′ – 1803, Nasard 3′ –
1803, Octaaf 2′ – 1803, Woudfluit 2′ – 1803, Scherp III sterk – 1965, Dulciaan 8′ –
1803, Tremulant.
Pedaal: Aangehangen.
Koppelingen: Manuaalschuifkoppel (Tijdens het koppelen mogen er geen toetsen ingedrukt zijn!)
12.15 uur: Lunch Een mogelijkheid om te lunchen is Grandcafé Restaurant Bij De Molen, Eestumerweg 39 in Ten Post. Dit ligt op de route van Loppersum naar Garmerwolde aan de N360.
Indien u mee wilt lunchen, wil ik u verzoeken dit uiterlijk 28 april per mail aan mij door te geven via: Om op 7 mei te kunnen lunchen bij dit restaurant, moet ik van tevoren reserveren voor het aantal personen dat zich heeft opgegeven.
14.00 uur: Bezoek aan het orgel van de Protestantse kerk te Garmerwolde, Dorpsweg 69, 9798 PD Garmerwolde.
De kerk van Garmerwolde stamt uit de dertiende eeuw. De oorspronkelijke plattegrond was een kruis, maar in 1859 is het schip gesloopt wegens bouwvalligheid. De toren staat los van de kerk. Van Oeckelen tekende op 18 december 1848 het bestek voor een nieuw te bouwen orgel, ter vervanging van het oude instrument. Op 21 april 1851 is het orgel in gebruik genomen met een bespeling door S.W. Trip. Het orgel staat in het koor.
Bij een reparatie door Vierdag in 1964 zijn de Fagot en de Trompet van het Hoofdwerk verdwenen. Ook is de toonhoogte verhoogd met een halve toon, maar dat is niet door Vierdag gedaan. Restauratieplannen bestonden al sinds 1973, maar pas in 1991 verscheen een rapport van de hand van Jan Jongepier.
De werkzaamheden konden in 1997 starten. Mense Ruiter voerde de restauratie uit.
De beide verdwenen tongwerken werden herplaatst. De Fagot 16′ kon worden gemaakt met behulp van pijpwerk van de Trompet 4′ van Van Oeckelen uit 1892 uit het orgel van de Lebuïnuskerk te Deventer. De Trompet 8′ is afkomstig uit Uithuizen, waar deze door Van Oeckelen in 1856 in het Schnitger-orgel was geplaatst. Alleen de tonen c”’-f”’ moesten worden bijgemaakt.
Bij de restauratie zijn de windladen geheel hersteld. Op 26 september 1998 is het orgel weer in gebruik genomen.
In 2014 is het kerkgebouw gerestaureerd. Het interieur is geschilderd in nieuwe kleuren. De orgelgalerij is gewijzigd, door de opengewerkte panelen dicht te maken. De galerij en de orgelkas zijn
geschilderd in een bruine kleur. In december 2014 was het lofwerk nog niet geplaatst, en ook de wangen van het orgel ontbraken nog. In de jaren 2016-2019 is het orgel geheel gerestaureerd door Mense Ruiter. De registeropschriften zijn hersteld, de balg is gerestaureerd en er is een nieuwe
balgenkast met voetbediening gemaakt. Verder zijn alle mechanieken, klavieren en de hele speeltafel
gerestaureerd. Het koppelwalsbord van het pedaal is vernieuwd, waarbij originele walsen van Van Oeckelen uit 1900 zijn gebruikt, afkomstig uit het orgel van Appelscha.
De toonhoogte is ook hersteld naar a’ = 448 Hz (origineel).
Op 8 februari 2019 is het orgel weer in gebruik genomen met een concert door Peter van Dijk en Mattijs de Vreugd.
Dispositie
Hoofdwerk: Bourdon 16′, Prestant 16′ (discant), Prestant 8′, Gedakt 8′, Octaaf 4′, Nagthoorn 4′, Quintgedekt 3′, Octaaf 2′, Mixtuur III-IV sterk (B/D), Fagot 16′ (B/D) – 1892/1998, Trompet 8′ (B/D) – 1856.
Bovenwerk: Prestant 8′, Holpijp 8′, Holfluit 8′, Viola di Gamba 8′, Octaaf 4′, Fluit 4′, Woudfluit 2′, Carillon III sterk (from g°), Vox Humana 8′.
Pedaal: Aangehangen.
Koppelingen: Manuaalkoppel (gedeeld), Pedaal – Hoofdwerk.